Doel

Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft (Heb. 1:2).

De Bijbel spreekt hier over Christus als de Erfgenaam. Een paar verzen verder staat dat Hij een uitnemender Naam geërfd heeft dan de engelen (Heb. 1:4). Christus is de Erfgenaam van een onuitsprekelijk grote erfenis, die Hij verkregen heeft door Zijn dood en opstanding. Onuitsprekelijk groot en rijk is die erfenis: hij bestaat uit alles! De hele schepping is erin bevat.

De Bijbel spreekt erover dat je een mede-erfgenaam bent of kunt worden (Rom. 8:17). Is het je niet alles waard om die erfenis te leren kennen en te weten hoe je die kunt verkrijgen? 

Bij deze zoektocht wil deze site je helpen.

Erfenis

Erfgenaam

Kleronomia

Kleronomos

Mat 21:38
Mar 12:7
Luk 12:13
Luk 20:14
Hand 7:5
Hand 20:32
Gal 3:18
Ef 1:14
Ef 1:18
Ef 5:5
Kol 3:24
Heb 9:15
Heb 11:8
1 Pet 1:4

Mat 21:38
Mar 12:7
Luk 20:14
Rom 4:13
Rom 4:14
Rom 8:17
Gal 3:29
Gal 4:1
Gal 4:7
Tit 3:7
Heb 1:2
Heb 6:17
Heb 11:7
Jak 2:5

Mede-erfgenaam

Erven

Sunkleronomos

Kleronomeoo

Rom 8:17
Ef 3:6
Heb 11:9
1 Pet 3:7

 

Mat 5:5
Mat 19:29
Mat 25:34
Mar 10:17
Luk 10:25
Luk 18:18
1 Kor 6:9
1 Kor 6:10
1 Kor 15:50
Gal 4:30
Gal 5:21
Heb 1:4
Heb 1:14
Heb 6:12
Heb 12:17
1 Pet 3:9
Opb 21:7